Hans Klok: "Als mensen willen dromen met hun ogen open, moeten ze komen kijken"
04.09.2024
Hoe regel je de logistiek voor het verdwijnen van een olifant? Wat gebeurt er als een illusie op het podium misgaat? En welke ultieme illusie wil wereldberoemd illusionist Hans Klok nog bedenken? Neem samen met ons een fascinerend kijkje achter de schermen van een magische wereld vol vuur, dramatiek en adembenemende trucs.
Hoe maak je van illusionisme en goochelen je beroep?
Hans Klok: “Dat was eigenlijk nooit een bewuste keuze. Ik ging er als kind gewoon vanuit dat me dat zou lukken. Ik begon op mijn tiende met een goocheldoos die ik kreeg van mijn opa en oma. In datzelfde jaar kreeg ik van mijn ouders ook een goochelboek. In dat boek stonden de verhalen van Houdini, Harry Blackstone en Howard Tungsten, al die grote magiërs die honderd jaar geleden supersterren waren. Als kind droomde ik ervan om hetzelfde te doen. En dat heb ik ook gedaan.”
Wat is het verschil tussen een goochelaar en een illusionist?
“Eigenlijk is dat hetzelfde. Ik denk dat elke goede illusionist in principe ook een goede goochelaar is. Alleen laat een goochelaar zijn behendigheid zien. Dat is vaak vingervlugheid. Wij noemen dat de kunst van het manipuleren. Een illusionist is eigenlijk veel dramatischer, door de muziek, de choreografie en de verhaallijnen. Een goochelaar laat een spel kaarten verdwijnen en een illusionist een olifant. Daar zit het verschil. Maar naast de grote illusies die ik toon in mijn show, doe ik ook veel goocheltrucs.”
Hoe laat je eigenlijk een olifant verdwijnen? Hoe regel je de logistiek daarvan?
“Tja, dat is natuurlijk eigen aan illusionist zijn. (Lacht) Het is een hoop gedoe, want je hebt veel materiaal en attributen nodig, en natuurlijk ook een olifant. Ik ben niet zo georganiseerd omdat ik - denk ik - altijd aan het dromen en creëren ben. Maar ik werk samen met goeie regisseurs, die meer het overzicht bewaren. Ik hou me vooral bezig met de magie, zij met de verhaallijn. Maar het is en blijft complex.”
Hoe vaak en hoe hard oefen je op illusies?
“Het vergt veel training, vooral op vlak van lichaamskracht en snelheid. En dat vind ik net leuk. Want het technische gedeelte dat eraan wordt toegevoegd, zoals lasers en led walls en dat soort dingen, dient eigenlijk alleen maar om het er mooier uit te laten zien. Dat heeft weinig of niks te maken met de manier waarop een illusie werkt. Mensen denken wel eens: goocheldozen kan je toch kopen? Dat is waar. Maar als je een drumstel koopt, kan je nog niet drummen. Training is dus essentieel.”
Wat doe je als het op het podium fout loopt?
“Dat gebeurt zelden, maar je moet altijd alert zijn. Ik doe veel dingen met vuur en dat blijft toch gevaarlijk. Dus je moet goed je hoofd erbij houden. Maar in het algemeen gebeurt dat niet, omdat we daar zo hard op hebben getraind. Eén keer heb ik een incident gehad met een olifant toen ik in Berlijn optrad. De olifant had geen zin om mee te werken. Dus toen ik hem wou laten verdwijnen, bleef hij gewoon staan. Ja, toen was het wel over. We hebben het na de pauze nog eens herhaald en toen verdween hij wel. Maar dat zijn wel van die momenten dat je zelf zou willen verdwijnen.” (Lacht)
Zijn er nog bepaalde illusies die je zelf zou willen bedenken of uitvoeren?
“Het blijft altijd streven om de ultieme illusie te bedenken. Neem nu het doorgezaagde weesmeisje. Daar zijn natuurlijk duizend variaties op. Vroeger in hele grote kisten en later werd het zonder kist gedaan met een cirkelzaag. En vandaag wordt het gedaan met een laserstraal, maar het blijft het doorgezaagde weesmeisje. Omdat al zoveel is gedaan, is het heel lastig om iets nieuws te bedenken. Weet je trouwens waarom het altijd weesmeisjes waren die doorgezaagd werden? Een eeuw geleden namen ze daar altijd een weesmeisje voor, voor het geval dat het fout zou gaan. Dan zou er niemand komen om verhaal te halen. Bizar eigenlijk.”
Welke tip wil je meegeven aan jonge illusionisten?
“Laat je haar groeien, zou ik zeggen. (Lacht) Heb discipline en probeer jezelf te onderscheiden. Al moet ik toegeven dat ik zelf veel geluk heb gehad. Mijn eerste optredens waren eind jaren tachtig, begin jaren negentig. Die waren niet allemaal even briljant, maar ze kwamen tenminste niet op YouTube terecht. Ik had de tijd om te leren en om beter te worden. Tegenwoordig staat het voor altijd op het internet. De jonge generatie heeft het dus een stuk moeilijker.”
Heb je nog tips?
“Je moet helemaal leven voor je kunst. Het is niet iets dat je er zomaar even kan bijnemen. Je moet daar dag en nacht mee aan de slag. Zelfs als je op het strand zit in Spanje ben je nog een truc aan het bedenken. En je moet het leuk vinden. Het is soms lastig, want je doet het vaak in teamverband en je moet de mensen om je heen ook enthousiast houden. Maar die mensen moeten er ook weer van leven. Het heet niet voor niks showbusiness. De grootste tip is: heb het talent om met je talent om te gaan.”
We zien je binnenkort in Capitole Gent en Stadsschouwburg Antwerpen. Kom je graag naar Vlaanderen?
“Ik vind België een erg leuk land. Jullie hebben trouwens een rijke geschiedenis op het vlak van goochelkunst, maar waarderen het niet zo. Neem nu Suzy Wandas, een van de beroemdste vrouwelijke goochelaars aller tijden. Kobe van Herwegen heeft daar een prachtig boek over geschreven: ‘The Lady with the Fairy Fingers’. Daarin vertelt hij over Jeanne Van Dyk die eind 19de eeuw wordt geboren op de kermis in Antwerpen. Ze werd uiteindelijk een van de beroemdste goochelaars van haar tijd. Dat was eens zo uitzonderlijk omdat ze een vrouw was. Ze heeft de hele wereld rondgereisd, maar toch is ze een beetje in de vergeethoek geraakt.”
Wil je tot slot nog iets toevoegen?
“Als mensen willen dromen met hun ogen open, dan moeten ze naar deze voorstelling komen. En het is natuurlijk een van de weinige grote shows in de wereld op dit gebied. Ze zijn op één hand te tellen. Ja, ik kijk er naar uit om jullie te bezoeken.”
Hans Klok staat op 16 & 17 november 2024 in Capitole Gent en op 23 & 24 november 2024 in Stadsschouwburg Antwerpen.